Op 1 januari 2016 treden de volgende wetten/wetswijzigingen in werking die betrekking hebben op uw personeel:

Wet Flexibel Werken (WFW)

Geldt voor bedrijven met meer dan 10 werknemers. Houdt in dat een werknemer een verzoek kan doen om zijn arbeidstijden en zijn arbeidsplaats aan te passen. Feitelijk dus een verzoek om te mogen parttimen en/of thuis te werken. Dat men ook om een andere arbeidsplaats mag vragen is nieuw. Ook nieuw is dat dit al een half jaar na indiensttreding mag gebeuren, dat was 1 jaar. En na afwijzing mag de werknemer het na 1 jaar opnieuw proberen, dat was 2 jaar. Als werkgever moet u een zwaarwegend bedrijfsbelang kunnen aanvoeren om het verzoek af te mogen wijzen. Let op: als u een verzoek tot thuiswerken honoreert moet de thuiswerkplek ook aan de arbo-normen voldoen. Zie ook het artikel De voordelen en nadelen van thuiswerken

Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS)

U moet tenminste het minimumloon daadwerkelijk betalen, daar mogen geen kosten van maaltijden, verzekeringen e.d. op ingehouden worden. En die betaling moet van uw bankrekening naar de bankrekening van de werknemer gaan, het mag dus niet meer contant. Verder moeten kostenvergoedingen gespecificeerd worden, dus bijv. gereedschapsvergoeding, vergoeding van koffie e.d. (aan ambulant personeel), verblijfskosten, internet- en telefoonabonnementen, representatiekosten enz. Tot slot moet de loonstrook voor de werknemer begrijpelijk zijn.

AOW-gerechtigde werknemers in dienst houden

Voor deze werknemers heeft u nog slechts een loondoorbetalingsverplichting bij ziekte van 13 weken (normaal 2 jaar) en een opzegtermijn van 1 maand (normaal kan de opzegtermijn voor de werkgever afhankelijk van de lengte van het dienstverband oplopen tot 4 maanden, bij CAO zelfs nog langer). Met een AOW-gerechtigde werknemer mag u maximaal 6 tijdelijke arbeidsovereenkomsten sluiten over een periode van 4 jaar, bij andere werknemers is dit 3 overeenkomsten in 2 jaar.

WW-uitkering

De duur van de WW-uitkering (voor u als werkgever van belang om te weten bij ontslag, met name als u de medewerker hierover wil voorlichten of als u de WW wil aanvullen). Er gebeuren 2 dingen per 1-1-2016:

  • de werknemer bouwt vanaf 1-1-2016 alleen over de eerste 10 dienstjaren per jaar recht op een hele maand WW op. Daarna is het per dienstjaar een halve maand WW-recht. Het WW-recht dat voor 1-1-2016 is opgebouwd blijft onaangetast.
  • de maximale WW-duur was 38 maanden, deze wordt met 1 maand per kwartaal verkort tot 24 maanden per 1-7-2019. In het eerste kwartaal 2016 is de maximale WW-duur dus 35 maanden, in het tweede kwartaal 2016 34 maanden, en zo voort. Per 1 juli 2019 is dus de duur van de WW-uitkering nog maar 24 maanden. Sommige CAO’s zoals die in de zorg kennen de Particuliere Aanvulling WW-uitkering (PAWW) en die houdt de oude regeling met een duur van 36 maanden in stand.